Online oefenen met onderwerp en hoofdgedachte
Je weet dat het onderwerp van een tekst altijd wordt uitgedrukt in één of enkele woorden. Je maakt dus nooit een zin als je het onderwerp moet geven. Stel dat jij een tekst moest lezen over de achteruitgang van de natuur en de schrijver van de tekst vindt dat er maatregelen moeten komen om dat proces van achteruitgang tegen te houden. Vervolgens krijg je de vraag: Wat is het onderwerp van de tekst? Dan zeg je dus niet: De natuur gaat achteruit. Maar je zegt zoiets als: (tegenhouden van) achteruitgang van de natuur.
Maar als je de hoofdgedachte moet geven, druk je je juist wel uit in een volledig goed geformuleerde zin. En in die hoofdgedachte moet het onderwerp voorkomen. Dus je zegt zoiets als: Er moeten maatregelen getroffen worden om de achteruitgang van de natuur tegen te houden. Dit klinkt makkelijker dan het is. Daarom volgt hier het wijze advies van je docente Nederlands om dit onderdeel goed te oefenen bijvoorbeeld via de volgende links.
Op de site van bijles Citotrainer:
hoofdgedachte
hoofdgedachte2